Gemeenten kiezen eigen route naar zero-emissiezones: ‘Dit is te veel hap-snap-beleid’

Zero-emissiezones • Terwijl de nationale overheid nog uitstel onderzoekt, staan zo’n tien gemeenten in de startblokken om een zero-emissiezone te introduceren. Het gevolg: onzekerheid, veel onzekerheid.
Kim Andriessen Kim Andriessen
• Laatste update:
(Foto: Shutterstock)

Het is misschien wel het heetste hangijzer voor wagenparkbeheerders met dieselbestellers in de vloot: de komst van milieuzones waar CO2-uitstotende bestel- en vrachtvoertuigen niet welkom zijn. Het is in ieder geval het meest actuele thema: per 1 januari 2025 dopen de eerste gemeenten in Nederland hun binnenstad om tot zero-emissiezone voor stadslogistiek (ZES). In deze gebieden moeten dan alle nieuw geregistreerde bestel- en vrachtauto’s emissievrij zijn. Voor de dit jaar of eerder geregistreerde voertuigen gaat de uitsluiting via een ‘overgangsregeling’, zij worden de komende vijf jaar geleidelijk geweerd uit de binnensteden.

Het heeft een impact op het gros van de ruim 1,1 miljoen bestellers die op 1 september in Nederland geregistreerd stonden. Van dit totale aantal waren er ‘slechts’ ruim 30.000 volledig elektrisch. Dat betekent dat vroeg of laat nog zo’n 97 procent van het bestelpark een switch moet maken. Voor bestellers in emissieklasse 4 of lager valt meteen het doek, dit waren per 1 september iets meer dan 225 duizend voertuigen. Bestuurders met een wat oudere Euro 5-motor (op 1 augustus waren dit er bijna 250 duizend) kunnen nog tot 2027 de stad in, de nieuwste generatie met een Euro 6-motor is er nog tot 2028 welkom.

Regeerakkoord

In het recent gepresenteerde regeerakkoord staat dat ‘bezien wordt op welke manier het instellen van zero-emissiezones kan worden uitgesteld, onder andere om uitzonderingen voor ondernemers landelijk te regelen’. Walther Ploos van Amstel, lector City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), noemt het drastisch uitstellen van de zero-emissiezones ‘niet realistisch’. Hij legt uit: “Veel gemeenten hebben al een besluit genomen en ondernemers zijn al aan het investeren. Het is de afgelopen jaren zo goed voorbereid. Het is niet verstandig dat de nationale politiek nu die terugtrekkende beweging maakt, dat vind ik geen ‘fair deal’.”

Wel is duidelijk dat de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB de handen grotendeels van de zero-emissiezones aftrekt. In het regeerakkoord staat verder dat ‘de instelling een gemeentelijk besluit’ blijft. En daar wringt de schoen. Iedere gemeente kiest nu zijn eigen koers. Apeldoorn en Ede schrappen de hele overgangsregeling en stellen de zero-emissiezone uit naar 2030. “Zo hebben ondernemers nu meer tijd om zich voor te bereiden. De aansluiting van grote laadvoorzieningen is niet haalbaar voor 2030,” aldus het stadsbestuur van Apeldoorn in een toelichting. Deventer stelt de introductie uit naar 2028. Andere colleges van B&W willen wel vasthouden aan de oorspronkelijke planning. Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Gouda, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Groningen en Utrecht zijn de procedure voor het verkeersbesluit gestart.

Lappendeken

Ondertussen maakt 42 procent van de Nederlandse ondernemers zich zorgen en leasemaatschappijen krijgen steeds meer vragen, zo bleek uit recent onderzoek. Dat vindt oud-Kamerlid en voormalig hoogleraar aan de TU Eindhoven Hans Jeekel logisch. “De nationale overheid creëert door het eigen handelen, of beter gezegd, het gebrek aan handelen, weerstand. Waar is de regie? Nu gaan de gemeenten het allemaal op hun eigen manier doen, daar is geen logica meer in te vinden. Dit is juist het moment dat het Rijk met de 29 gemeenten en een aantal ondernemers om de tafel moet om te zorgen dat de neuzen dezelfde kant op staan. Nu is het slappe hap. Het is krankzinnig dat de ene gemeente uitstelt en de andere voet bij stuk houdt.”

Het is krankzinnig dat de ene gemeente uitstelt en de andere voet bij stuk houdt.

Volgens Erik Slaaf, Sector Banker Transport, Logistics & Mobility bij ING Bank, worden ‘problemen met uitstel niet opgelost’. Hij legt uit: “De problemen komen zo straks twee keer zo hard terug. Bij uitstel naar 2030 komt dezelfde problematiek in 2028 of 2029 terug, en dan is het probleem nog veel groter want dan is er geen overgangsregeling of hardheidsclausule (een mogelijkheid voor ondernemers om een ontheffing aan te vragen wanneer zwaarwegende redenen de overstap naar zero-emissie verhinderen, red.) meer. Nu is er nog een vangnet dat zorgt voor een soepele overgang. In 2030 niet. Bovendien is het ook een verkeerd signaal aan de ondernemers die zich braaf aan de regels hebben gehouden en de afgelopen jaren geïnvesteerd hebben in een elektrische vloot,” aldus Slaaf, die op het Fleet Congres op 13 november een lezing geeft over de zero-emissiezones. Hij vindt het jammer dat de nadruk vaak op de problemen ligt.

Verkeersborden

Jeekel, ook jarenlang werkzaam bij Rijkswaterstaat, eerst als directeur, later als topadviseur, betreurt ook de gang van zaken. “Vooral omdat de zero-emissiezones de huidige negativiteit niet verdienen. Ze reduceren CO2-uitstoot, gaan fijnstof tegen en wakkeren innovaties aan. Maar door de verwarring sneeuwt dit onder. Nu zijn er te veel losse eindjes.”

Dat geldt bijvoorbeeld voor de bebording. De te plaatsen zero-emissieborden spreken de al bestaande borden voor milieuzones voor personenauto’s tegen, en zaaien zo verwarring, een probleem dat in de grote steden speelt omdat deze gemeenten straks ‘dubbele zones’ hebben. Het nieuwe kabinet heeft zich nog niet over de kwestie uitgesproken, maar het AD tekende recent op dat het ministerie een wetswijzigingstraject voor 1 januari 2025 ‘niet haalbaar’ acht.

Jeekel: “Dit illustreert treffend hoe zaken niet worden afgemaakt. Het is hap-snap-beleid. Nu worden de zero-emissiezones over de schutting gegooid, maar het ondersteunend beleid is niet georganiseerd. Ze introduceren een maatregel maar vergeten door te denken. Je gaat een zone toch niet invoeren als er veel consternatie over de verkeersborden is? Hetzelfde geldt voor de TCO van e-bestellers. Het Rijk moet bij ondernemers zijn oor te luister leggen over de kosten van elektrische busjes. Als blijkt dat deze nog te hoog zijn, moet de nationale overheid daarop inspelen met maatregelen. Het is onlogisch dat nu de subsidieregelingen stoppen.”

Wij houden er rekening mee dat het tijdelijke centrale loket in Amsterdam langdurig kan zijn.

Zorgen zijn er ook over de netcongestie, het ontbreken van een dekkende laadinfrastructuur. Branchevereniging Bovag pleit voor ontheffingen voor ondernemers die willen elektrificeren, maar niet kunnen laden. Volgens het ministerie is die mogelijkheid er, maar de Bovag hoopt dat er snel duidelijkheid komt over wat een ondernemer precies moet aanleveren voor een ontheffing.

Loket

Een ander obstakel gaat over de oprichting door het RDW van het landelijk loket voor ontheffingen. Dit is niet op tijd gelukt. De gemeente Amsterdam heeft aangeboden om tijdelijk als centraal loket te fungeren, zodat ondernemers alsnog een ontheffing kunnen aanvragen waarmee ze in alle gemeenten terecht kunnen. Dit moet zorgen voor meer synergie tussen het beleid van de verschillende gemeenten. De RDW hoopt in november alsnog het loket te lanceren. “Er zijn landelijke afspraken gemaakt over de zero-emissiezones en ik vind het teleurstellend dat er niet op tijd een centraal loket is”, citeert Omroep West de Haagse wethouder Robert Barker (PvdD, milieu). Hij vindt dat het hoofdlijnenakkoord ’twijfel zaait’. “Wij houden er rekening mee dat het tijdelijke centrale loket in Amsterdam langdurig kan zijn”. Barker overweegt niet de zero-emissiezone uit te stellen.

Toch zou dat volgens Jeekel het overwegen waard zijn. “Maar dat moet niet de gemeente Den Haag beslissen, maar ‘het andere Den Haag’. Het moet landelijk synchroon beleid zijn. Ik spreek veel ondernemers en het gros begrijpt de maatregel wel, maar zijn nog zoekende. De nationale overheid moet nu in de benen komen. Ik pleit voor een nationaal platform waarin 29 gemeenten, de nationale overheid en een aantal ondernemers zitting nemen en bespreken hoe samen te werken naar 2030, of desnoods 2032. Dan kunnen ze spijkers met koppen slaan.”

Hoe het ook zij, het laatste woord over de zones is nog lang niet gezegd. Hart voor Den Haag, de grootste partij in de Haagse gemeenteraad, heeft al aangegeven dat het afschaffen van de zero-emissiezone een ‘speerpunt’ wordt in de campagne naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2026.

De aanloop – De kiem van de zero-emissiezones werd al meer dan een decennium geleden ­gezaaid: in 2014 sloten bedrijven, overheden en kennisinstellingen de ‘Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek’, een convenant om stadslogistiek duurzamer te maken. Vijf jaar later werd in het Klimaatakkoord afgesproken dat zo’n dertig gemeenten per 2025 een uitstootvrij gebied voor bestel- en vrachtauto’s krijgen. ­Begin 2023 werd het landelijk kader hiervoor vastgesteld door het kabinet Rutte IV: per 2025 moeten alle nieuw geregistreerde bestellers vrij zijn van CO2-uitstoot. Voor bestaande voertuigen komt er een ‘overgangsregeling’. Zo wil de rijksoverheid de binnensteden stiller en schoner maken. Volgens rijksmodellen bespaart het 1 megaton CO2 per jaar, maar TNO stelde eerder dat het in 2030 ‘grofweg 45 procent aan emissies’ scheelt.