Nutsbedrijf met voorbeeldfunctie

Grijs beheer | Alliander wil af van fossiele brandstoffen

René René
• Laatste update:

In het kader van de Wet Onafhankelijk Netbeheer heeft energiemaatschappij Nuon de productie, transmissie en distributie van elektriciteit ondergebracht in aparte maatschappijen. Het hoogspanningsnet is verkocht aan Tennet, voor de midden- en laagspanningsnetten is Liander in het leven geroepen. Deze maatschappij valt onder houdstermaatschappij Alliander, dat deels eigendom is van de gemeenten Amsterdam en Arnhem en de provincie Gelderland. Als netbeheerder regelt Liander de aansluiting van bedrijven en particulieren en verzorgt daarnaast de elektriciteitsvoorziening. Ook onder de Liander-paraplu valt consultancybedrijf Liandon, dat zijn medewerkers ook uitleent aan collega-bedrijven, waaronder Tennet. In totaal werken er zo’n 7.100 mensen bij Alliander. Voor de mobiliteit van al die werknemers is Jeroen Brink (41) verantwoordelijk. Samen met twee medewerkers beheert hij als ketenmanager mobiliteit een vloot van bijna drieduizend auto’s. Hiervan staan er bijna 1.300 op geel kenteken; deze zijn voor medewerkers die jaarlijks minstens 15 duizend zakelijke kilometers afleggen. Voor een andere groep is de auto een aanvullende arbeidsvoorwaarde. De rest van de vloot bestaat uit bedrijfsauto’s op grijs kenteken. In de praktijk moeten de personenauto’s voldoen aan milieulabel B of A. Door deze eis is een aantal berijders op diesel overgestapt, maar mobiliteitsmanager Jeroen Brink wil de uitstoot van NOx ook terugdringen. Het liefst zou hij daarom alle diesels uitbannen.

Wettelijk omschreven taak

Alliander verzorgt de energiedistributie in een derde van Nederland. Het bedrijf beheert 5,6 miljoen klantenaansluitingen. Daarnaast beheert Alliander rond de 90 duizend kilometer elektriciteitskabel en 42 duizend kilometer aan gasleidingen. Netbeheerders als Alliander hebben een exclusieve, wettelijk omschreven taak. Zij mogen hun tarieven niet zelf bepalen: dit doet de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

In tegenstelling tot bij de personenauto’s hanteert Brink bij de bedrijfsauto’s wel een merkenbeleid: monteurs die een grote en zware bus nodig hebben, rijden Opel Movano of Mercedes-Benz Sprinter; de anderen Citroën Jumpy of Berlingo. Dieselaandrijving is hier de norm en blijft dat volgens Brink ook nog wel even. Uitvoerders en teamleiders krijgen een C3 mee voor het uitvoeren van hun taken. Brink werkt voor alle auto’s met contracten op basis van operational lease met gesloten calculatie en volledig inzicht op componentniveau. “Zo hebben we inzicht in de exacte opbouw van het leasetarief voor elk voertuig en kunnen we de kostenontwikkelingen voortdurend volgen”, stelt hij. Sinds 2011 is Leaseplan de enige leasemaatschappij waar Brink mee werkt. Auto’s die voor die tijd in de vloot werden opgenomen staan bij Athlon onder contract. Voor auto’s op geel kenteken hanteert Alliander in principe een looptijd van 48 maanden of 150 duizend kilometer (of 180 duizend bij diesels). Wil iemand langer in een auto blijven rijden, bijvoorbeeld vanwege een lage bijtelling, wordt dit per geval bekeken. Voor de bedrijfsauto’s met dieselmotor is een looptijd van 84 maanden of 200 duizend kilometer de norm.

Primaire taken

Voor het onderhoud en de reparaties werkt Alliander met ROB-contracten die worden beheerd door de leasemaatschappij. De auto’s worden bij lokale dealerbedrijven onderhouden, maar het wisselen van zomer- naar winterbanden en vice versa kan ook bij fitters gebeuren.

Jeroen Brink
> Ketenmanager mobiliteit Alliander
> Aantal voertuigen in beheer: circa 3.000

Brink wil de complete controle over de keuze van voertuigmodellen en uitvoeringen in eigen hand houden. Alliander heeft Terberg als vaste, gecertificeerde partner voor het inrichten van de laadruimte en voor het monteren van accessoires, zoals achteruitrijcamera’s en een EcoDrive begrenzer voor de maximumsnelheid en het toerental van de motor. Niet iedereen is even blij met die laatste voorziening, maar in de praktijk went het snel en Brink vindt het belangrijk dat er rustig en zo milieuvriendelijk mogelijk wordt gereden. 

Alle medewerkers krijgen een rijvaardigheidstraining aangeboden en Brink laat onderzoeken of de montage van een dodehoeksysteem tot de mogelijkheden behoort. Overigens is de schadelast momenteel dermate laag dat preventief beleid niet nodig is: “Onze monteurs verdienen een compliment voor hun rijgedrag”, zegt Brink daarover. De bedrijfsauto’s hebben ook allemaal een automatische versnellingsbak en een aangepaste stoel voor de bestuurder. De achterliggende gedachte: monteurs moeten fit en ontspannen zijn als ze aan het werk gaan, want werken met elektriciteit is zo al riskant genoeg. De bedrijfswageninrichting komt van Bott Vario en voldoet aan alle veiligheidseisen. “Goed materiaal werkt prettig en bevordert de efficiëntie”, aldus Brink. Bovendien kan een hoogwaardige bedrijfswageninrichting worden overgezet naar een volgend voertuig en dat past weer prima binnen Allianders streven naar slim hergebruik. Bij de vernieuwing van de bedrijfspanden in Duiven en Arnhem is dit streven heel ver doorgevoerd. Brink beschrijft hoe de hoofdgebouwen gestript en weer opgebouwd zijn, waarbij bij de herinrichting 80 procent van de bestaande materialen opnieuw werd gebruikt. 

De kantoren zijn ook uiterst energie-efficiënt geworden – Duiven houdt zelfs elektriciteit over. “Over hergebruik moet je bij het inkopen al nadenken. Ook als het om bedrijfsauto’s gaat. Neem de gaskluis die de monteurs achterin hebben: die verslijt nooit en kan dus mee naar een volgend voertuig.” Zelfs de bestickering die de verder wit gespoten auto’s herkenbaar maakt, is minimaal belastend voor het milieu. “Bij de productie komen geen schadelijke stoffen vrij en het materiaal is goed te recyclen. Dat is belangrijk, want we hebben maar één aarde en daar zullen we het mee moeten doen.” 

5 tips

1. Ga, ook als je een groot bedrijf bent, respectvol om met je toeleveranciers;
2. Maak goed gebruik van de externe kennis die je leveranciers inbrengen;
3. Ga regelmatig met al je leveranciers aan tafel zitten voor overleg;
4. Innovatie is belangrijk, maar verlies de haalbaarheid niet uit het oog;
5. Beknibbel niet op comfort; het welzijn van je medewerkers is belangrijk.

Grijs beheer | Alliander wil af van fossiele brandstoffen | Fleet&Mobility
Nutsbedrijf met voorbeeldfunctie

Grijs beheer | Alliander wil af van fossiele brandstoffen

René René
• Laatste update:

In het kader van de Wet Onafhankelijk Netbeheer heeft energiemaatschappij Nuon de productie, transmissie en distributie van elektriciteit ondergebracht in aparte maatschappijen. Het hoogspanningsnet is verkocht aan Tennet, voor de midden- en laagspanningsnetten is Liander in het leven geroepen. Deze maatschappij valt onder houdstermaatschappij Alliander, dat deels eigendom is van de gemeenten Amsterdam en Arnhem en de provincie Gelderland. Als netbeheerder regelt Liander de aansluiting van bedrijven en particulieren en verzorgt daarnaast de elektriciteitsvoorziening. Ook onder de Liander-paraplu valt consultancybedrijf Liandon, dat zijn medewerkers ook uitleent aan collega-bedrijven, waaronder Tennet. In totaal werken er zo’n 7.100 mensen bij Alliander. Voor de mobiliteit van al die werknemers is Jeroen Brink (41) verantwoordelijk. Samen met twee medewerkers beheert hij als ketenmanager mobiliteit een vloot van bijna drieduizend auto’s. Hiervan staan er bijna 1.300 op geel kenteken; deze zijn voor medewerkers die jaarlijks minstens 15 duizend zakelijke kilometers afleggen. Voor een andere groep is de auto een aanvullende arbeidsvoorwaarde. De rest van de vloot bestaat uit bedrijfsauto’s op grijs kenteken. In de praktijk moeten de personenauto’s voldoen aan milieulabel B of A. Door deze eis is een aantal berijders op diesel overgestapt, maar mobiliteitsmanager Jeroen Brink wil de uitstoot van NOx ook terugdringen. Het liefst zou hij daarom alle diesels uitbannen.

Wettelijk omschreven taak

Alliander verzorgt de energiedistributie in een derde van Nederland. Het bedrijf beheert 5,6 miljoen klantenaansluitingen. Daarnaast beheert Alliander rond de 90 duizend kilometer elektriciteitskabel en 42 duizend kilometer aan gasleidingen. Netbeheerders als Alliander hebben een exclusieve, wettelijk omschreven taak. Zij mogen hun tarieven niet zelf bepalen: dit doet de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

In tegenstelling tot bij de personenauto’s hanteert Brink bij de bedrijfsauto’s wel een merkenbeleid: monteurs die een grote en zware bus nodig hebben, rijden Opel Movano of Mercedes-Benz Sprinter; de anderen Citroën Jumpy of Berlingo. Dieselaandrijving is hier de norm en blijft dat volgens Brink ook nog wel even. Uitvoerders en teamleiders krijgen een C3 mee voor het uitvoeren van hun taken. Brink werkt voor alle auto’s met contracten op basis van operational lease met gesloten calculatie en volledig inzicht op componentniveau. “Zo hebben we inzicht in de exacte opbouw van het leasetarief voor elk voertuig en kunnen we de kostenontwikkelingen voortdurend volgen”, stelt hij. Sinds 2011 is Leaseplan de enige leasemaatschappij waar Brink mee werkt. Auto’s die voor die tijd in de vloot werden opgenomen staan bij Athlon onder contract. Voor auto’s op geel kenteken hanteert Alliander in principe een looptijd van 48 maanden of 150 duizend kilometer (of 180 duizend bij diesels). Wil iemand langer in een auto blijven rijden, bijvoorbeeld vanwege een lage bijtelling, wordt dit per geval bekeken. Voor de bedrijfsauto’s met dieselmotor is een looptijd van 84 maanden of 200 duizend kilometer de norm.

Primaire taken

Voor het onderhoud en de reparaties werkt Alliander met ROB-contracten die worden beheerd door de leasemaatschappij. De auto’s worden bij lokale dealerbedrijven onderhouden, maar het wisselen van zomer- naar winterbanden en vice versa kan ook bij fitters gebeuren.

Jeroen Brink
> Ketenmanager mobiliteit Alliander
> Aantal voertuigen in beheer: circa 3.000

Brink wil de complete controle over de keuze van voertuigmodellen en uitvoeringen in eigen hand houden. Alliander heeft Terberg als vaste, gecertificeerde partner voor het inrichten van de laadruimte en voor het monteren van accessoires, zoals achteruitrijcamera’s en een EcoDrive begrenzer voor de maximumsnelheid en het toerental van de motor. Niet iedereen is even blij met die laatste voorziening, maar in de praktijk went het snel en Brink vindt het belangrijk dat er rustig en zo milieuvriendelijk mogelijk wordt gereden. 

Alle medewerkers krijgen een rijvaardigheidstraining aangeboden en Brink laat onderzoeken of de montage van een dodehoeksysteem tot de mogelijkheden behoort. Overigens is de schadelast momenteel dermate laag dat preventief beleid niet nodig is: “Onze monteurs verdienen een compliment voor hun rijgedrag”, zegt Brink daarover. De bedrijfsauto’s hebben ook allemaal een automatische versnellingsbak en een aangepaste stoel voor de bestuurder. De achterliggende gedachte: monteurs moeten fit en ontspannen zijn als ze aan het werk gaan, want werken met elektriciteit is zo al riskant genoeg. De bedrijfswageninrichting komt van Bott Vario en voldoet aan alle veiligheidseisen. “Goed materiaal werkt prettig en bevordert de efficiëntie”, aldus Brink. Bovendien kan een hoogwaardige bedrijfswageninrichting worden overgezet naar een volgend voertuig en dat past weer prima binnen Allianders streven naar slim hergebruik. Bij de vernieuwing van de bedrijfspanden in Duiven en Arnhem is dit streven heel ver doorgevoerd. Brink beschrijft hoe de hoofdgebouwen gestript en weer opgebouwd zijn, waarbij bij de herinrichting 80 procent van de bestaande materialen opnieuw werd gebruikt. 

De kantoren zijn ook uiterst energie-efficiënt geworden – Duiven houdt zelfs elektriciteit over. “Over hergebruik moet je bij het inkopen al nadenken. Ook als het om bedrijfsauto’s gaat. Neem de gaskluis die de monteurs achterin hebben: die verslijt nooit en kan dus mee naar een volgend voertuig.” Zelfs de bestickering die de verder wit gespoten auto’s herkenbaar maakt, is minimaal belastend voor het milieu. “Bij de productie komen geen schadelijke stoffen vrij en het materiaal is goed te recyclen. Dat is belangrijk, want we hebben maar één aarde en daar zullen we het mee moeten doen.” 

5 tips

1. Ga, ook als je een groot bedrijf bent, respectvol om met je toeleveranciers;
2. Maak goed gebruik van de externe kennis die je leveranciers inbrengen;
3. Ga regelmatig met al je leveranciers aan tafel zitten voor overleg;
4. Innovatie is belangrijk, maar verlies de haalbaarheid niet uit het oog;
5. Beknibbel niet op comfort; het welzijn van je medewerkers is belangrijk.