Lease is een goede manier om veel verschillende bedrijfsmiddelen aan te schaffen. Het uitbesteden van de investering laat de kaspositie intact en het kan zowel met als zonder verplichting voor de lessee om het object te activeren. Lease kan daarnaast prima uitgebreid worden met aanvullende diensten. 

Financiering laten weglekken
Aan het begin van autolease in Nederland hebben de leasemaatschappijen er meteen voor gekozen zoveel mogelijk diensten te integreren, met ‘full service leasing’ als resultaat. De ontwikkeling van autolease is in Nederland mede daardoor volgens Hindriks spectaculair geweest en heeft er en passant ook voor gezorgd dat de aanduiding ‘autoleasing’ eigenlijk voor iedereen betekent: operationele servicelease. Dat financiële lease nauwelijks aandacht kreeg, heeft er vooral mee te maken dat de financiers de kredietverstrekking niet uit de eigen kantoren wilde laten weglekken naar de leasemaatschappijen. 
Zo is ook de idee ontstaan dat operationele lease wel en financiële lease niet gepaard gaat met service. In de praktijk is dat gebruikelijk geworden, maar inhoudelijk mist het heldere motivatie. Het verschil tussen operationele lease en financiële lease is het economisch belang (onterecht ook wel economisch eigendom genoemd). Ligt dat bij de leasemaatschappij of bij de lessee? Hindriks maakt het nog concreter: “Dus wie moet het object activeren en mag erop afschrijven?” 

De wet bepaalt
De Wet op de omzetbelasting is bepalend. Het activeren van het leaseobject op de balans is afhankelijk van wie het restwaarderisico draagt en voor de btw-afdracht is er alleen het onderscheid dienstverlening en (indien vastgelegd) en levering.

Het uit de regelgeving voortvloeiende schema van leasemogelijkheden is dan ook: 
1. Operationele leasing, met of zonder diensten, economisch belang bij leaseobject berust en moet geactiveerd worden bij de leasemaatschappij. Btw toerekening en afdracht altijd naarmate facturen voor de ter beschikking stelling en eventueel overige diensten opgemaakt worden; 

2. Financiële leasing, met of zonder diensten, economisch belang (restwaarderisico) bij leaseobject berust en moet geactiveerd worden bij lessee, btw behandeling is afhankelijk van wel of niet leveren: 
a) Object wordt bij aanvang van contract “geleverd” en btw over gehele investeringswaarde moet meteen worden voldaan 
b) Object wordt “ter beschikking gesteld” (niet geleverd). Btw moet worden berekend naarmate de vergoeding voor de ter beschikkingstelling in rekening wordt gebracht, net als voor de bedragen van bijkomende diensten. 

Bij financiële lease wordt er (bijna altijd) ook van uitgegaan dat de lessee aan het einde van de leaseperiode het object koopt, moet kopen zelfs. Natuurlijk kan dat worden afgesproken, maar de vraag is waarom dat gebeurt. Het meest gegeven antwoord van leasemanagers is: daaruit volgt het gegeven dat de klant het restwaarderisico draagt. Dat antwoord klopt wel, maar er zijn meer mogelijkheden om het dragen van restwaarderisico te definiëren. Eenvoudiger is om te bepalen dat de leasemij het verschil tussen opbrengst en boekwaarde aan het einde van de leaseperiode met de klant verrekent. 

Volledig btw-bedrag betalen
Als vooraf definitief en goed overwogen is bepaald dat de klant de leaseauto bij het einde van de leaseperiode in eigendom zal/wil/moet verwerven moet er rekening gehouden worden met enkele nadelen: 
a. de klant moet direct bij aanvang het volledig btw-bedrag voldoen 
b. in geval een niet btw-plichtige lessee – het object wordt (onomkeerbaar) een margeobject 
c. een “geleverd” leaseobject is moeilijker terug te halen bij een deconfiture 

Vooral omdat er steeds meer situaties zijn waarbij de activering van een object wel bij de gebruiker is aan te raden (zoals door fiscale stimulans), is het sterk aan te raden de aandacht voor financiële lease op te voeren en dan vooral op basis van het dienstverleningsmodel. Zo kunnen bestaande processen van operationele leasecontracten bij leasemaatschappijen en klanten ongewijzigd blijven. Vaak zal een aanhangsel waarin de ‘eindafrekening economische waarde’ is vastgelegd. 

Tot nu toe ziet de autoleasebranche financiële lease als ‘meer risicovol’. Maar wie zich erin verdiept, ziet het risico afnemen. Roel Hindriks is dga bij Leaseconsult.

Podium is een rubriek van Fleetmotive waarin branchekenners hun visie op de markt kunnen geven. Ook een bijdrage leveren*? Mail dan de redactie.

*Het staat iedereen vrij om een bijdrage in te sturen. De redactie behoudt zich het recht voor om publicaties te weigeren of te redigeren. Inzendingen die puur commercieel van aard zijn worden in deze rubriek niet geplaatst. Maximum woordlengte: 600 woorden. 

Lease is een goede manier om veel verschillende bedrijfsmiddelen aan te schaffen. Het uitbesteden van de investering laat de kaspositie intact en het kan zowel met als zonder verplichting voor de lessee om het object te activeren. Lease kan daarnaast prima uitgebreid worden met aanvullende diensten. 

Financiering laten weglekken
Aan het begin van autolease in Nederland hebben de leasemaatschappijen er meteen voor gekozen zoveel mogelijk diensten te integreren, met ‘full service leasing’ als resultaat. De ontwikkeling van autolease is in Nederland mede daardoor volgens Hindriks spectaculair geweest en heeft er en passant ook voor gezorgd dat de aanduiding ‘autoleasing’ eigenlijk voor iedereen betekent: operationele servicelease. Dat financiële lease nauwelijks aandacht kreeg, heeft er vooral mee te maken dat de financiers de kredietverstrekking niet uit de eigen kantoren wilde laten weglekken naar de leasemaatschappijen. 
Zo is ook de idee ontstaan dat operationele lease wel en financiële lease niet gepaard gaat met service. In de praktijk is dat gebruikelijk geworden, maar inhoudelijk mist het heldere motivatie. Het verschil tussen operationele lease en financiële lease is het economisch belang (onterecht ook wel economisch eigendom genoemd). Ligt dat bij de leasemaatschappij of bij de lessee? Hindriks maakt het nog concreter: “Dus wie moet het object activeren en mag erop afschrijven?” 

De wet bepaalt
De Wet op de omzetbelasting is bepalend. Het activeren van het leaseobject op de balans is afhankelijk van wie het restwaarderisico draagt en voor de btw-afdracht is er alleen het onderscheid dienstverlening en (indien vastgelegd) en levering.

Het uit de regelgeving voortvloeiende schema van leasemogelijkheden is dan ook: 
1. Operationele leasing, met of zonder diensten, economisch belang bij leaseobject berust en moet geactiveerd worden bij de leasemaatschappij. Btw toerekening en afdracht altijd naarmate facturen voor de ter beschikking stelling en eventueel overige diensten opgemaakt worden; 

2. Financiële leasing, met of zonder diensten, economisch belang (restwaarderisico) bij leaseobject berust en moet geactiveerd worden bij lessee, btw behandeling is afhankelijk van wel of niet leveren: 
a) Object wordt bij aanvang van contract “geleverd” en btw over gehele investeringswaarde moet meteen worden voldaan 
b) Object wordt “ter beschikking gesteld” (niet geleverd). Btw moet worden berekend naarmate de vergoeding voor de ter beschikkingstelling in rekening wordt gebracht, net als voor de bedragen van bijkomende diensten. 

Bij financiële lease wordt er (bijna altijd) ook van uitgegaan dat de lessee aan het einde van de leaseperiode het object koopt, moet kopen zelfs. Natuurlijk kan dat worden afgesproken, maar de vraag is waarom dat gebeurt. Het meest gegeven antwoord van leasemanagers is: daaruit volgt het gegeven dat de klant het restwaarderisico draagt. Dat antwoord klopt wel, maar er zijn meer mogelijkheden om het dragen van restwaarderisico te definiëren. Eenvoudiger is om te bepalen dat de leasemij het verschil tussen opbrengst en boekwaarde aan het einde van de leaseperiode met de klant verrekent. 

Volledig btw-bedrag betalen
Als vooraf definitief en goed overwogen is bepaald dat de klant de leaseauto bij het einde van de leaseperiode in eigendom zal/wil/moet verwerven moet er rekening gehouden worden met enkele nadelen: 
a. de klant moet direct bij aanvang het volledig btw-bedrag voldoen 
b. in geval een niet btw-plichtige lessee – het object wordt (onomkeerbaar) een margeobject 
c. een “geleverd” leaseobject is moeilijker terug te halen bij een deconfiture 

Vooral omdat er steeds meer situaties zijn waarbij de activering van een object wel bij de gebruiker is aan te raden (zoals door fiscale stimulans), is het sterk aan te raden de aandacht voor financiële lease op te voeren en dan vooral op basis van het dienstverleningsmodel. Zo kunnen bestaande processen van operationele leasecontracten bij leasemaatschappijen en klanten ongewijzigd blijven. Vaak zal een aanhangsel waarin de ‘eindafrekening economische waarde’ is vastgelegd. 

Tot nu toe ziet de autoleasebranche financiële lease als ‘meer risicovol’. Maar wie zich erin verdiept, ziet het risico afnemen. Roel Hindriks is dga bij Leaseconsult.

Podium is een rubriek van Fleetmotive waarin branchekenners hun visie op de markt kunnen geven. Ook een bijdrage leveren*? Mail dan de redactie.

*Het staat iedereen vrij om een bijdrage in te sturen. De redactie behoudt zich het recht voor om publicaties te weigeren of te redigeren. Inzendingen die puur commercieel van aard zijn worden in deze rubriek niet geplaatst. Maximum woordlengte: 600 woorden.