Interview Jaap van Daalen, ROI Fleet & Mobility

Interview Jaap van Daalen | Mobiliteitsbudget vraagt om leuren in plaats van sleuren

Luberto van Buiten Luberto van Buiten
• Laatste update:
Jaap van Daalen: er worden vaak verkeerde verwachtingen gewekt. (Foto: Thomas Dorff)

Steeds meer bedrijven zien het nut van een integrale mobiliteitsaanpak, waarbij de mobiliteit voor alle medewerkers in een bedrijf kan worden geregeld. Maar de snelheid waarmee deze bedrijven kunnen bewegen, is vaak laag, ziet Jaap van Daalen directeur van ROI Fleet & Mobility, dat in totaal een vloot van 10 duizend leaseauto’s, mobiliteitspassen, e-bikes en elektrische deelauto’s beheert. De grootste valkuil bij bedrijven die graag een mobiliteitsbudget willen invoeren, is dat ze dit rigoureus willen doen. “Als ik her en der zie dat er wordt gesproken over een revolutie, dan denk ik: oei, dat gaat mis. De leaseautoregeling bestaat inmiddels zo’n 50 jaar en is bekend bij iedereen. Een mobiliteitsbudget is nieuw. En dan hebben de mensen die dat moeten gaan gebruiken de neiging vooral de negatieve kant te zien. Daarom is het van belang om kleine stappen te zetten”, aldus Van Daalen. “Begin eens met mensen naast een leaseauto een mobiliteitspas te geven, zodat ze makkelijk ervaring kunnen opdoen met het OV. Of zet eens wat (elektrische) deelauto’s en e-bikes neer, die door iedereen gebruikt kunnen worden voor zakelijke ritten.” Volgens Van Daalen kun je beter eerst een pilot starten waarbij je mensen met een incentive stimuleert om mee te doen. “Zo doe je ervaring op voor de volgende stap. Dat is beter dan ze de leaseauto uit te sleuren. Evolutie dus in plaats van een revolutie.”
De grootste potentie voor het mobiliteitsbudget zit volgens Van Daalen in de groep die nu een arbeidsvoorwaardelijke leaseauto heeft, die dus niet per se nodig is voor het werk zelf. “Ik denk dat 60 procent van de 800 duizend leaserijders in Nederland de auto echt nodig heeft voor het werk. We moeten bij die andere 40 procent starten.”

60 procent van de leaserijders heeft de auto nodig voor hetwerk; we moeten bij ­die andere 40 procent starten.

Administratie

Een andere valkuil is het mobiliteitsbudget zien als een kostenbesparende maatregel. “Het uitgangspunt moet verduurzaming zijn, want zeker in het begin levert de invoering van een mobiliteitsbudget geen kostenvoordeel op. Met een vast budget werken dat iets lager ligt dan de huidige leaseregeling bijvoorbeeld, dat werkt niet”, zegt Van Daalen. “De zakelijke kilometers moet je op basis van werkelijk gereden kilometers verrekenen. Je wilt immers niet dat je salesmedewerker een afspraak buiten de deur afzegt omdat zijn budget op is. Dus woon-werk en privé kunnen tegen een vast budget, maar de zakelijke kilometers moeten apart.”
Die administratie is ook belangrijk voor de fiscale afhandeling. “Je kunt als werkgever geen btw verrekenen over een mobiliteitsbudget, over de leaseauto wel.” Bovendien moeten de zakelijke kilometers goed worden bijgehouden. Zo kunnen deze fiscaal vriendelijk worden verrekend. Ook kun je dan het eventuele rest-budget in de gaten houden. Dat moet immers als extra loon uitgekeerd worden.

Uitsterven

Voor de fleetmanager zelf is de transitie van lease naar mobiliteit ook van grote invloed. ­Sterker: Van Daalen denkt dat het beroep van wagenparkbeheerder uitsterft. “Kijk maar naar de verkiezing voor Mobiliteitsmanager van het Jaar: er zitten weinig wagenparkbeheerders pur sang meer tussen. De meesten vullen het MT-beleid in en laten de uitvoering over aan hun leveranciers. Het vervoersbeleid wordt te complex en te arbeidsintensief om erbij te doen.”
Natuurlijk is het een voorspelling als een advies van WC-Eend, maar Van Daalen verwacht dat bedrijven uiteindelijk wel iemand in huis zullen hebben die de regie houdt over de mobiliteit, maar dat het operationeel en tactisch beheer volledig worden uitbesteed. “Ik zal niet roepen dat er bij een groot bedrijf echt helemaal niemand verstand meer van moet hebben. Maar tot in de finesses? Dat is toch niet haalbaar, als je in plaats van alleen auto’s een compleet palet aan mobiliteitsdiensten wilt kunnen leveren?”

Beste hypotheek

Dat sluit goed aan op het businessmodel van ROI: het adviseren over en integreren van diverse aanbieders van verschillende vervoersvormen tot één mobiliteitspakket. “Wij kopen de modaliteiten in waar de prijs-kwaliteitsverhouding het beste is. Zo functioneren wij als een vervoersintermediair. Wij knopen die modaliteiten aan elkaar, zodat onze klanten maar één factuurstroom hebben en alle benodigde managementinformatie.”
Het samenwerken met één leasemaatschappij die ook de andere vervoersvormen regelt, is volgens van Daalen zoiets als naar je huisbank te gaan om te vragen de beste hypotheek uit te zoeken. “Leasemaatschappijen maken nog steeds veel marge op de inzet van een leaseauto. Heel veel meer marge dan op een mobiliteitspas of een e-bike. Daarom zal een leasemaatschappij ook niet zo snel het advies geven om de auto te laten staan.”

Interview Jaap van Daalen | Mobiliteitsbudget vraagt om leuren in plaats van sleuren | Fleet&Mobility
Interview Jaap van Daalen, ROI Fleet & Mobility

Interview Jaap van Daalen | Mobiliteitsbudget vraagt om leuren in plaats van sleuren

Luberto van Buiten Luberto van Buiten
• Laatste update:
Jaap van Daalen: er worden vaak verkeerde verwachtingen gewekt. (Foto: Thomas Dorff)

Steeds meer bedrijven zien het nut van een integrale mobiliteitsaanpak, waarbij de mobiliteit voor alle medewerkers in een bedrijf kan worden geregeld. Maar de snelheid waarmee deze bedrijven kunnen bewegen, is vaak laag, ziet Jaap van Daalen directeur van ROI Fleet & Mobility, dat in totaal een vloot van 10 duizend leaseauto’s, mobiliteitspassen, e-bikes en elektrische deelauto’s beheert. De grootste valkuil bij bedrijven die graag een mobiliteitsbudget willen invoeren, is dat ze dit rigoureus willen doen. “Als ik her en der zie dat er wordt gesproken over een revolutie, dan denk ik: oei, dat gaat mis. De leaseautoregeling bestaat inmiddels zo’n 50 jaar en is bekend bij iedereen. Een mobiliteitsbudget is nieuw. En dan hebben de mensen die dat moeten gaan gebruiken de neiging vooral de negatieve kant te zien. Daarom is het van belang om kleine stappen te zetten”, aldus Van Daalen. “Begin eens met mensen naast een leaseauto een mobiliteitspas te geven, zodat ze makkelijk ervaring kunnen opdoen met het OV. Of zet eens wat (elektrische) deelauto’s en e-bikes neer, die door iedereen gebruikt kunnen worden voor zakelijke ritten.” Volgens Van Daalen kun je beter eerst een pilot starten waarbij je mensen met een incentive stimuleert om mee te doen. “Zo doe je ervaring op voor de volgende stap. Dat is beter dan ze de leaseauto uit te sleuren. Evolutie dus in plaats van een revolutie.”
De grootste potentie voor het mobiliteitsbudget zit volgens Van Daalen in de groep die nu een arbeidsvoorwaardelijke leaseauto heeft, die dus niet per se nodig is voor het werk zelf. “Ik denk dat 60 procent van de 800 duizend leaserijders in Nederland de auto echt nodig heeft voor het werk. We moeten bij die andere 40 procent starten.”

60 procent van de leaserijders heeft de auto nodig voor hetwerk; we moeten bij ­die andere 40 procent starten.

Administratie

Een andere valkuil is het mobiliteitsbudget zien als een kostenbesparende maatregel. “Het uitgangspunt moet verduurzaming zijn, want zeker in het begin levert de invoering van een mobiliteitsbudget geen kostenvoordeel op. Met een vast budget werken dat iets lager ligt dan de huidige leaseregeling bijvoorbeeld, dat werkt niet”, zegt Van Daalen. “De zakelijke kilometers moet je op basis van werkelijk gereden kilometers verrekenen. Je wilt immers niet dat je salesmedewerker een afspraak buiten de deur afzegt omdat zijn budget op is. Dus woon-werk en privé kunnen tegen een vast budget, maar de zakelijke kilometers moeten apart.”
Die administratie is ook belangrijk voor de fiscale afhandeling. “Je kunt als werkgever geen btw verrekenen over een mobiliteitsbudget, over de leaseauto wel.” Bovendien moeten de zakelijke kilometers goed worden bijgehouden. Zo kunnen deze fiscaal vriendelijk worden verrekend. Ook kun je dan het eventuele rest-budget in de gaten houden. Dat moet immers als extra loon uitgekeerd worden.

Uitsterven

Voor de fleetmanager zelf is de transitie van lease naar mobiliteit ook van grote invloed. ­Sterker: Van Daalen denkt dat het beroep van wagenparkbeheerder uitsterft. “Kijk maar naar de verkiezing voor Mobiliteitsmanager van het Jaar: er zitten weinig wagenparkbeheerders pur sang meer tussen. De meesten vullen het MT-beleid in en laten de uitvoering over aan hun leveranciers. Het vervoersbeleid wordt te complex en te arbeidsintensief om erbij te doen.”
Natuurlijk is het een voorspelling als een advies van WC-Eend, maar Van Daalen verwacht dat bedrijven uiteindelijk wel iemand in huis zullen hebben die de regie houdt over de mobiliteit, maar dat het operationeel en tactisch beheer volledig worden uitbesteed. “Ik zal niet roepen dat er bij een groot bedrijf echt helemaal niemand verstand meer van moet hebben. Maar tot in de finesses? Dat is toch niet haalbaar, als je in plaats van alleen auto’s een compleet palet aan mobiliteitsdiensten wilt kunnen leveren?”

Beste hypotheek

Dat sluit goed aan op het businessmodel van ROI: het adviseren over en integreren van diverse aanbieders van verschillende vervoersvormen tot één mobiliteitspakket. “Wij kopen de modaliteiten in waar de prijs-kwaliteitsverhouding het beste is. Zo functioneren wij als een vervoersintermediair. Wij knopen die modaliteiten aan elkaar, zodat onze klanten maar één factuurstroom hebben en alle benodigde managementinformatie.”
Het samenwerken met één leasemaatschappij die ook de andere vervoersvormen regelt, is volgens van Daalen zoiets als naar je huisbank te gaan om te vragen de beste hypotheek uit te zoeken. “Leasemaatschappijen maken nog steeds veel marge op de inzet van een leaseauto. Heel veel meer marge dan op een mobiliteitspas of een e-bike. Daarom zal een leasemaatschappij ook niet zo snel het advies geven om de auto te laten staan.”