Vragen over leasing | Welke adders zitter er onder het gras bij een standaard leasecontract?

Redactie Redactie
• Laatste update:
Barend Lambrechtsen

Waar moet je op letten om niet te worden verrast?

Volgens de algemene voorwaarden van bijna alle leasemaatschappijen is het toegestaan om de eerste hercalculatie al te maken bij aanvang van het contract. Bij inzet wordt de calculatie opnieuw gemaakt en zullen wij­zigingen in aanschafprijs, bpm, houderschapsbelasting, verze­kering en rente doorbelast ­worden aan de klant (lessee).

Wat ook zorgt voor meer risico in het contract is het sturen op een lage leaseprijs door het aangaan van een langlopend contract. Een contract van 60 maanden is minder duur dan een van 36 maanden, maar brengt ook een groter risico op voortijdige beëindiging met zich mee. Bijvoorbeeld door afwijkend gebruik, wijziging in het personeels­bestand, fiscale wijzigingen en ­in mindere mate ook door total loss of diefstal.

Al jaren is de gemiddelde gerealiseerde looptijd ergens tussen de 37 en 41 maanden (bron: jaarcijfers VNA bij geel kenteken), terwijl de gemiddelde aanvangslengte tussen de 43 en meer dan 50 maanden bedroeg. Nu zien we de contractduur bij aanvang van het contract weer afnemen. Dat is gunstig voor de lessee, omdat de kosten voor voortijdige beëindiging evenredig zullen afnemen. De hoogte van die kosten is slecht in te schatten: ze worden bijna nooit contractueel vastgelegd (de echt grote fleetowners daargelaten). In private lease-aanbiedingen zijn de kosten van voortijdige beëindiging veel helderder geformuleerd. Eigenlijk is dat vreemd omdat de private lease-klant maar één auto bestelt, terwijl fleetowners er meer bestellen, vaak met hogere contractwaarde – aan alle kanten interessanter voor een leasemaatschappij.

In algemene leasevoorwaarden ­is vaak aan de orde dat niet gemelde schades tegen kostprijs doorbelast mogen worden. Bij inleveren van de auto zien we daar grote verschillen tussen de leasemaatschappijen in de afwikkeling van die innameschades. De één belast de werkelijke schadekosten door (zeker bij een scheidende klant), de ander alleen het eigen risico per geconstateerde schade die niet eerder is gemeld. Dat laatste lijkt op zich best redelijk, maar dan is het ook logisch dat je dat vermeldt in je algemene voorwaarden, of in de hoofdovereenkomst of het mantelcontract.

De lessee krijgt misschien een fruitschaal als de bestuurder iets mankeert, maar ook een rekening van duizenden euro’s.

De kosten bij total loss of diefstal hebben te maken met de verze­keringsvoorwaarden. Bij veel grotere leasemaatschappijen wordt verzekerd tegen de annuïtaire boekwaarde van het object. Die is veel hoger dan de marktwaarde. Bij de echte prijsvechters zie je in de algemene voorwaarden dat de auto is verzekerd tegen marktwaarde. Dat betekent dat de ­lessee bij diefstal of total loss ­wellicht een fruitschaal krijgt als de bestuurder na het ongeval iets mankeert, maar ook een rekening van ettelijke duizenden euro’s. De voorwaarden spreken gewoon over een voortijdige beëindiging van het contract.

Ik vergelijk de leasebranche weleens met de telecom­branche. Daar werd altijd veel geld geïnvesteerd in het aantrekken van nieuwe klanten, maar weinig in het behoud van bestaande klanten. Dit zijn wel zaken die een heel andere beschouwing gaan krijgen als de lessee echt overgaat naar het inkopen van mobiliteit, in plaats het inkopen van een (geleasete) auto.

Barend Lambrechtsen is al sinds 1983 actief in de wereld van fleet&lease. Hij heeft zijn eigen trainingsbedrijf, KPI Training, waarin hij diverse leasetrainingen aanbiedt voor wagenparkbeheerders en mobiliteitsmanagers. In Fleet&Mobility behandelt hij vragen van lezers over fleet-, lease- en mobiliteitsbeheer. Heeft u een vraag aan Barend? Mail dan naar redactie@fleet-mobility.nl.

Vragen over leasing | Welke adders zitter er onder het gras bij een standaard leasecontract? | Fleet&Mobility

Vragen over leasing | Welke adders zitter er onder het gras bij een standaard leasecontract?

Redactie Redactie
• Laatste update:
Barend Lambrechtsen

Waar moet je op letten om niet te worden verrast?

Volgens de algemene voorwaarden van bijna alle leasemaatschappijen is het toegestaan om de eerste hercalculatie al te maken bij aanvang van het contract. Bij inzet wordt de calculatie opnieuw gemaakt en zullen wij­zigingen in aanschafprijs, bpm, houderschapsbelasting, verze­kering en rente doorbelast ­worden aan de klant (lessee).

Wat ook zorgt voor meer risico in het contract is het sturen op een lage leaseprijs door het aangaan van een langlopend contract. Een contract van 60 maanden is minder duur dan een van 36 maanden, maar brengt ook een groter risico op voortijdige beëindiging met zich mee. Bijvoorbeeld door afwijkend gebruik, wijziging in het personeels­bestand, fiscale wijzigingen en ­in mindere mate ook door total loss of diefstal.

Al jaren is de gemiddelde gerealiseerde looptijd ergens tussen de 37 en 41 maanden (bron: jaarcijfers VNA bij geel kenteken), terwijl de gemiddelde aanvangslengte tussen de 43 en meer dan 50 maanden bedroeg. Nu zien we de contractduur bij aanvang van het contract weer afnemen. Dat is gunstig voor de lessee, omdat de kosten voor voortijdige beëindiging evenredig zullen afnemen. De hoogte van die kosten is slecht in te schatten: ze worden bijna nooit contractueel vastgelegd (de echt grote fleetowners daargelaten). In private lease-aanbiedingen zijn de kosten van voortijdige beëindiging veel helderder geformuleerd. Eigenlijk is dat vreemd omdat de private lease-klant maar één auto bestelt, terwijl fleetowners er meer bestellen, vaak met hogere contractwaarde – aan alle kanten interessanter voor een leasemaatschappij.

In algemene leasevoorwaarden ­is vaak aan de orde dat niet gemelde schades tegen kostprijs doorbelast mogen worden. Bij inleveren van de auto zien we daar grote verschillen tussen de leasemaatschappijen in de afwikkeling van die innameschades. De één belast de werkelijke schadekosten door (zeker bij een scheidende klant), de ander alleen het eigen risico per geconstateerde schade die niet eerder is gemeld. Dat laatste lijkt op zich best redelijk, maar dan is het ook logisch dat je dat vermeldt in je algemene voorwaarden, of in de hoofdovereenkomst of het mantelcontract.

De lessee krijgt misschien een fruitschaal als de bestuurder iets mankeert, maar ook een rekening van duizenden euro’s.

De kosten bij total loss of diefstal hebben te maken met de verze­keringsvoorwaarden. Bij veel grotere leasemaatschappijen wordt verzekerd tegen de annuïtaire boekwaarde van het object. Die is veel hoger dan de marktwaarde. Bij de echte prijsvechters zie je in de algemene voorwaarden dat de auto is verzekerd tegen marktwaarde. Dat betekent dat de ­lessee bij diefstal of total loss ­wellicht een fruitschaal krijgt als de bestuurder na het ongeval iets mankeert, maar ook een rekening van ettelijke duizenden euro’s. De voorwaarden spreken gewoon over een voortijdige beëindiging van het contract.

Ik vergelijk de leasebranche weleens met de telecom­branche. Daar werd altijd veel geld geïnvesteerd in het aantrekken van nieuwe klanten, maar weinig in het behoud van bestaande klanten. Dit zijn wel zaken die een heel andere beschouwing gaan krijgen als de lessee echt overgaat naar het inkopen van mobiliteit, in plaats het inkopen van een (geleasete) auto.

Barend Lambrechtsen is al sinds 1983 actief in de wereld van fleet&lease. Hij heeft zijn eigen trainingsbedrijf, KPI Training, waarin hij diverse leasetrainingen aanbiedt voor wagenparkbeheerders en mobiliteitsmanagers. In Fleet&Mobility behandelt hij vragen van lezers over fleet-, lease- en mobiliteitsbeheer. Heeft u een vraag aan Barend? Mail dan naar redactie@fleet-mobility.nl.