Raad van State stelt Fastned in ongelijk in zaak ‘gelijke behandeling’
De Raad van State heeft in hoger beroep bepaald dat er op het benzinestation Den Ruygen Hoek-West, waar ook al een laadstation van Fastned is, de eigenaar ook zelf laadpalen mag plaatsen. Volgens Fastned, dat in het eerste halfjaar zowel omzet als verlies fors zag toenemen, levert dat onveilige situaties op en is er sprake van oneerlijke concurrentie.
De Raad van State stelt echter dat er niet een zodanig onveilige verkeerssituatie ontstaat dat de vergunning geweigerd had moeten worden. Van Rijkswaterstaat mogen benzinestations op elk moment ervoor kiezen om laadpalen te plaatsen. Voor andere geïnteresseerde partijen, zoals Fastned, geldt dat niet. Zij moesten zich al in 2012 inschrijven voor een loting, daarna komen ze niet meer in aanmerking. Dit verschil in behandeling tussen laadstations en benzinestations die ook laden aan willen bieden, speelt volgens de Raad van State geen rol bij de toetsing van de vergunning voor een laadpaal als aanvullende voorziening bij het benzinestation.
Onterecht
Fastned-ceo Michiel Langezaal stelt dat zijn bedrijf zich blijft inzetten voor een gelijk speelveld. Eerder dit jaar kreeg het bedrijf van de Raad van State wel toestemming om een shop te openen. “Onze missie is het realiseren van een Europees netwerk van laadstations. Voor ons en voor de energietransitie zijn eerlijke toetredingsmogelijkheden op deze nieuwe markt van opladen belangrijk. Dubbele infrastructuur draagt niet bij aan de komst van een landelijk dekkend oplaadnetwerk. Er is altijd maar één benzinestation op een verzorgingsplaats, waarom zouden twee laadstations dan ineens logisch zijn? Het huidige beleid van Rijkswaterstaat bevoordeelt zittende partijen. Dat is onterecht en vertraagt de energietransitie. Wij zullen dan ook blijven zoeken naar mogelijkheden om te komen tot een gelijk speelveld.”
