Een Delftse startup biedt fietsen aan voor 12 tot 15 euro per maand inclusief reparatie en onderhoud. Het concept is inmiddels actief in negen steden.

De conclusie van de consultants van Roland Berger dat mobiliteit in Nederland rijp is voor disruptie geldt ook voor de fietsmarkt. De Delftse startup Swapfiets heeft een propositie die zowel fietsverkopers als deelconcepten het nakijken geeft. Voor 12 tot 15 euro per maand een fiets voor de deur, die binnen 12 uur wordt gerepareerd of vervangen – “geswapt” – als er problemen zijn, en dat vanaf het begin maandelijks opzegbaar: Swapfiets noemt het zelf “Bicycle as a Service”. BaaS, inderdaad – de drie oprichters waren nog studenten aan de TU toen zij hun idee in de praktijk gingen brengen. Nu, een jaar later, rijden er naar eigen zeggen 5 duizend mensen op hun fietsen, die herkenbaar zijn aan een blauwe voorband. 35 procent van de Delftse eerstejaars rijdt er eentje, zegt Swapfiets. 

De kost gaat voor de baat uit

Inmiddels is het concept ook van start gegaan in Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Utrecht. Later dit jaar volgen Den Haag, Enschede, Breda, Arnhem en Maastricht. Steven Uitentuis, zelf geen oprichter maar aangetrokken als manager van Swapfiets: “Wij hebben 25 duizend fietsen klaarstaan voor gebruik. Dit jaar groeien we hopelijk dan ook naar 25 duizend gebruikers.” Een prognose voor de groei in 2018 wil hij niet afgeven: “Het is een geheel nieuw concept. We moeten kijken hoe het zich uitwijst.”

E-bike

Ook al richtte Swapfiets zich aanvankelijk op studenten, inmiddels zet het bedrijf breder in. “Er zijn miljoenen fietsers in dit land”, zegt Uitentuis. En in die vijver wil het bedrijf graag vissen. Daartoe breidt het bedrijf het assortiment van één simpele omafiets uit, eerst met een “luxere” fiets met drie versnellingen. “Daarna staat ook een e-bike op de planning”, aldus Uitentuis. Het bedrijf levert ook fietsen aan enkele hotels en bedrijven. Ook die zijn voorzien van de kenmerkende blauwe voorband. “Op aanvraag leveren wij ook luxere modellen voor zakelijke klanten”, zegt Uitentuis.

Sociale werkplaats

In elke stad waar Swapfiets actief is heeft het bedrijf een vestiging. “Wij houden 5 procent van het aantal fietsen dat uitstaat in die stad op voorraad om uit te wisselen”, zegt Uitentuis. Op de vestiging werken fietsenmakers in dienst van Swapfiets. “Zij maken kapotte fietsen die binnenkomen meteen. Die kunnen dus dezelfde of de volgende dag weer worden ingezet.” Naast eigen fietsenmakers heeft het bedrijf samenwerkingsovereenkomsten met een aantal sociale werkplaatsen voor reparatie van fietsen. Met lokaal gevestigde fietsenmakers doet Swapfiets geen zaken.

De fietsen van worden geleverd door Union en Cycletech. Het bedrijf wil zich van andere deelfietsconcepten onderscheiden door in te zetten op kwaliteit. Uitentuis: “Wij kijken naar de total cost of ownership. Daarom zijn we gebaat bij fietsen die zo min mogelijk onderhoud nodig hebben. Hoe minder berijders stil komen te staan, hoe beter dat voor ons is. Ook moeten ze lekker fietsen, zodat mensen enthousiast worden.”

De vraag of Swapfiets winst maakt, maakt Uitentuis aan het lachen. “De kost gaat voor de baat uit. Als we groeien zoals geprojecteerd, dan schrijven we over anderhalf jaar zwarte cijfers. Maar als het harder gaat moeten we meer fietsen inkopen en duurt het langer.”

De conclusie van de consultants van Roland Berger dat mobiliteit in Nederland rijp is voor disruptie geldt ook voor de fietsmarkt. De Delftse startup Swapfiets heeft een propositie die zowel fietsverkopers als deelconcepten het nakijken geeft. Voor 12 tot 15 euro per maand een fiets voor de deur, die binnen 12 uur wordt gerepareerd of vervangen – “geswapt” – als er problemen zijn, en dat vanaf het begin maandelijks opzegbaar: Swapfiets noemt het zelf “Bicycle as a Service”. BaaS, inderdaad – de drie oprichters waren nog studenten aan de TU toen zij hun idee in de praktijk gingen brengen. Nu, een jaar later, rijden er naar eigen zeggen 5 duizend mensen op hun fietsen, die herkenbaar zijn aan een blauwe voorband. 35 procent van de Delftse eerstejaars rijdt er eentje, zegt Swapfiets. 

De kost gaat voor de baat uit

Inmiddels is het concept ook van start gegaan in Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Utrecht. Later dit jaar volgen Den Haag, Enschede, Breda, Arnhem en Maastricht. Steven Uitentuis, zelf geen oprichter maar aangetrokken als manager van Swapfiets: “Wij hebben 25 duizend fietsen klaarstaan voor gebruik. Dit jaar groeien we hopelijk dan ook naar 25 duizend gebruikers.” Een prognose voor de groei in 2018 wil hij niet afgeven: “Het is een geheel nieuw concept. We moeten kijken hoe het zich uitwijst.”

E-bike

Ook al richtte Swapfiets zich aanvankelijk op studenten, inmiddels zet het bedrijf breder in. “Er zijn miljoenen fietsers in dit land”, zegt Uitentuis. En in die vijver wil het bedrijf graag vissen. Daartoe breidt het bedrijf het assortiment van één simpele omafiets uit, eerst met een “luxere” fiets met drie versnellingen. “Daarna staat ook een e-bike op de planning”, aldus Uitentuis. Het bedrijf levert ook fietsen aan enkele hotels en bedrijven. Ook die zijn voorzien van de kenmerkende blauwe voorband. “Op aanvraag leveren wij ook luxere modellen voor zakelijke klanten”, zegt Uitentuis.

Sociale werkplaats

In elke stad waar Swapfiets actief is heeft het bedrijf een vestiging. “Wij houden 5 procent van het aantal fietsen dat uitstaat in die stad op voorraad om uit te wisselen”, zegt Uitentuis. Op de vestiging werken fietsenmakers in dienst van Swapfiets. “Zij maken kapotte fietsen die binnenkomen meteen. Die kunnen dus dezelfde of de volgende dag weer worden ingezet.” Naast eigen fietsenmakers heeft het bedrijf samenwerkingsovereenkomsten met een aantal sociale werkplaatsen voor reparatie van fietsen. Met lokaal gevestigde fietsenmakers doet Swapfiets geen zaken.

De fietsen van worden geleverd door Union en Cycletech. Het bedrijf wil zich van andere deelfietsconcepten onderscheiden door in te zetten op kwaliteit. Uitentuis: “Wij kijken naar de total cost of ownership. Daarom zijn we gebaat bij fietsen die zo min mogelijk onderhoud nodig hebben. Hoe minder berijders stil komen te staan, hoe beter dat voor ons is. Ook moeten ze lekker fietsen, zodat mensen enthousiast worden.”

De vraag of Swapfiets winst maakt, maakt Uitentuis aan het lachen. “De kost gaat voor de baat uit. Als we groeien zoals geprojecteerd, dan schrijven we over anderhalf jaar zwarte cijfers. Maar als het harder gaat moeten we meer fietsen inkopen en duurt het langer.”