Leaserijder bereid data te delen voor onderhoud, minder files en veiligheid
Dat blijkt uit onderzoek van leasemaatschappij ALD Automotive onder 750 leaserijders.
Leaserijders zijn best bereid om hun autodata te delen, maar willen zelf bepalen met wie en welke data. Lonneke van der Horst, manager marketing & strategie van ALD Automotive: ”Data is het fundament onder verschillende mobiliteitsinnovaties, zoals autodelen of autonoom rijden. Maar het kan ook een belangrijke rol spelen in de bestrijding van files of de aanmoediging van een zuinige rijstijl. Met dit onderzoek willen we de bereidwilligheid en de struikelblokken van het delen van autodata door zakelijke rijders inzichtelijk maken.”
Financieel voordeel
Voor een kleine meerderheid van de leaserijders (52%) is een financieel voordeel een extra drive om data te delen. Maar voor een nog grotere groep (58%) is gemak (zoals het sneller ter plaatse zijn van hulpdiensten) een extra stimulans om data beschikbaar te stellen.
Het merendeel van de leaserijders is bereid om gegevens te delen die wat zeggen over het gebruik van de auto (de kilometerstand, brandstofgebruik) en het onderhoud (kilometers tot aan de volgende onderhoudsbeurt, storingen). Ruim een kwart van de leaserijders is zelfs bereid om de locatie van de auto te delen. Data over de rijstijl (bijvoorbeeld het wel of niet dragen van de gordel of extremen in toerental) wordt liever niet gedeeld.
Toekomstmuziek
Preventief onderhoud is voor een leaserijder het belangrijkst om data te delen. Het oplossen en voorkomen van files en veiliger rijden in combinatie met autonoom rijden komt op een tweede en derde plek. Opvallend is verder dat leaserijders nog geen voordeel zien in connecties tussen data uit de auto en thuisapparatuur, bijvoorbeeld het automatisch hoger zetten van de verwarming als men onderweg naar huis is. Mogelijk is dat nog te veel toekomstmuziek, stelt Van der Horst.
Van de respondenten blijkt de meerderheid niet goed op de hoogte te zijn welke data leasemaatschappijen verzamelen (35% weet het niet en 34% weet het ongeveer). Twintig procent heeft daar nog nooit over nagedacht.
